Collecting Colonial Nature: European Naturalists and the Netherlands Indies in the Early Nineteenth Century

Author(s)

  • Andreas Weber

DOI:

https://doi.org/10.18352/bmgn-lchr.10741

Abstract

The sheer variety and size of Dutch scientific collections of Indonesia’s flora and fauna are unique in the world. Gathered over the last two hundred years, they represent a shared European legacy of natural historical research and its colonial context. To understand how the entanglement of transnational and trans-imperial networks and actors within the field of natural history shaped the study of nature, this essay focuses on the history of the Natuurkundige Commissie voor Nederlandsch-Indië (Committee for Natural History of the Netherlands Indies), one of the main state-funded collecting enterprises in the early nineteenth century world. Similar to other colonial powers, the Dutch made extensive use of local informants and naturalists from other European countries. By studying the Committee’s fieldwork, this essay contributes to an entangled history of natural history and collecting in the emergent Dutch empire.

 

De enorme verscheidenheid en omvang van Nederlandse wetenschappelijke collecties op het gebied van flora en fauna in Indonesië zijn wereldwijd ongeëvenaard. Deze collecties, die in de afgelopen tweehonderd jaar werden samengesteld, belichamen een gemeenschappelijk Europees erfgoed op het gebied van natuurhistorisch onderzoek en de koloniale context waarin dit ontstond. Om een goed begrip te krijgen van de wijze waarop de verstrengeling van transnationale en transimperiale netwerken en actoren op het gebied van de natuurhistorie het natuur-wetenschappelijk onderzoek bepaalde, richt dit artikel zich op de geschiedenis van de Natuurkundige Commissie voor Nederlandsch-Indië, een van de belangrijkste door de staat gefinancierde, negentiende-eeuwse instellingen die zich op collectievorming richtten. Net als andere koloniale machten maakten ook de Nederlanders op grote schaal gebruik van de kennis van natuuronderzoekers uit andere Europese landen en van lokale informanten in de kolonie. Met deze analyse van het veldonderzoek van de Commissie toont dit artikel aan hoezeer de geschiedenis van de natuurgeschiedenis en van collectievorming vervlochten is met de geschiedenis van het Nederlandse kolonialisme.

 

This article is part of the special issue ‘The Dutch Empire and Europe. Demands and Opportunities’.

Dit artikel maakt deel uit van het themanummer ‘The Dutch Empire and Europe. Demands and Opportunities’.

Downloads

Download data is not yet available.

Author Biography

  • Andreas Weber

    Andreas Weber is an assistant professor of long term development of science and technology in society and digital heritage at the University of Twente in the Netherlands. Most of his research examines the daily life, collections, and material practice of naturalists and chemists in the context of the former Dutch empire in insular Southeast Asia. He also helps increasing the access to valuable digitised natural historical collections with computational technology. Andreas Weber holds an MA degree in History (2005) and a PhD from Leiden University (2012). In 2015-2016, he was a John C. Haas fellow of the Science History Institute in Philadelphia. E-mail: a.weber@utwente.nl.

Downloads

Published

2019-09-26

Issue

Section

Articles

How to Cite

Weber, A. (2019). Collecting Colonial Nature: European Naturalists and the Netherlands Indies in the Early Nineteenth Century. BMGN - Low Countries Historical Review, 134(3), 72-95. https://doi.org/10.18352/bmgn-lchr.10741