Scholarly Personae and Twentieth-Century Historians: Explorations of a Concept

Author(s)

  • Mineke Bosch

DOI:

https://doi.org/10.18352/bmgn-lchr.10263

Keywords:

Scholarly Persona, Embodiment, Epistomology, Dutch Historians

Abstract

In this article Bosch argues in favour of an understanding of the concept of ‘persona’ in which embodiment means more than the conclusion that everything that men do originates in or arises from a body. Following historians of science and their biographical achievements, Bosch considers being perceived as a reliable and trustworthy scientist or scholar as the core of the formation of a scientific/scholarly identity or persona that scientists and scholars can perform in a specific context. They do so with an eye to how other scientists perform their identities and with the creative use of old and new repertoires of scientific performance and social constructions of identity (for instance in terms of gender, class or race) that contribute to scientific authority.

 

By focussing on the scientific or scholarly persona or the self-fashioning in biographies of scholars and scientists, such works can elucidate the epistemology of a discipline or field of research, especially with respect to the question of who earns scientific authority on what grounds. After a thorough discussion of the relevant literature relating to scientific biography or the biographical approach to historiography in which the concept of persona plays a role, Bosch, by way of a light exercise, applies her definition of persona to the analysis of an eclectically selected group of Dutch historians, men and women.

 

This article is part of the special issue 'Scholarly Personae'.

 

Wetenschappelijke personae en twintigste-eeuwse historici. Verkenning van een concept

Bosch pleit in dit artikel voor een opvatting van het concept ‘persona’ waarin ‘embodiment’ of belichaming meer is dan de vaststelling dat alles wat mensen doen een oorsprong heeft in of voortkomt uit een lichaam. In navolging van wetenschapshistorici en hun biografische verrichtingen ziet Bosch het worden waargenomen als een betrouwbaar en geloofwaardig wetenschapper als de kern van de vorming van een wetenschappelijke identiteit of wetenschappelijke persona die wetenschapsbeoefenaars in een bepaalde tijd en context kunnen aannemen. Zij doen dat met oog voor hoe collega-wetenschappers dat doen en door de creatieve inzet van oude en nieuwe repertoires van wetenschappelijk gedrag en van sociale constructies van identiteit (bijvoorbeeld van gender of klasse) die bij kunnen dragen aan wetenschappelijk gezag.

 

Door te focussen op de wetenschappelijke persona of de self-fashioning van de wetenschapper in de biografie van wetenschappers en geleerden kan de biografie licht werpen op de epistemologie van een vak, met name waar het gaat om wie wel of niet op welke gronden wetenschappelijk gezag verwerft. Na een bespreking van de relevante literatuur op het gebied van wetenschapsbiografie en de biografische benadering van historiografie waarin het persona-begrip een rol speelt, past Bosch haar concept van persona bij wijze van oefening toe op een eclectisch samengestelde groep Nederlandse historici, mannen en vrouwen.

 

Dit artikel maakt deel uit van het themanummer 'Scholarly Personae'.

Downloads

Download data is not yet available.

Downloads

Published

2016-12-20

How to Cite

Bosch, M. (2016). Scholarly Personae and Twentieth-Century Historians: Explorations of a Concept. BMGN - Low Countries Historical Review, 131(4), 33-54. https://doi.org/10.18352/bmgn-lchr.10263