Continuity and Discontinuity of the Constitutional Monarchy from a Transnational Perspective: The Netherlands-Belgium (1815-1831)

Author(s)

  • Gita Deneckere

DOI:

https://doi.org/10.18352/bmgn-lchr.10149

Keywords:

Monarchy, Nation, formation, Constitutions, William I, Leopold I

Abstract

The constitutional monarchy as an essential ‘modern’ state form of the restoration period was intended to restore order and stability in Europe. In this respect, there is more of a break than continuity between the constitutional model that William I introduced in 1814-1815 and the constitutional monarchy to which Leopold I, the first king of the Belgians, had to subject himself in 1831. The specific authoritarian interpretation that William I gave to his function was one of the factors that helps to explain the Belgian revolution. It is therefore logical that the revolution, as such, produced a constitution that firstly, in general was far more democratic and, secondly, specifically restricted the power of the king. The new Belgian constitutional monarchy of 1830-1831 did not keep William I’s ‘heritage’ intact: onthe contrary, the constitutional definition of kingship in Belgium, for that time, was an ultra-liberal, modern answer to the ‘William I system’.

 


Continuïteit en discontinuïteit van de constitutionele monarchie vanuit een transnationaal perspectief. Nederland-België (1815-1831)
De constitutionele monarchie moest als een essentieel ‘moderne’ staatsvorm in het restauratietijdperk voor een herstel van orde en stabiliteit zorgen in Europa. Er is op dit punt eerder sprake van een breuk dan van continuïteit tussen het grondwettelijk model dat Willem I in 1814-1815 invoerde in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en de constitutionele monarchie waaraan Leopold I zich als eerste koning der Belgen in 1831 moest onderwerpen. De specifieke interpretatie en autoritaire invulling die Willem I aan zijn functie gaf, was één van de factoren die de Belgische revolutie mee helpt verklaren. Het is dus logisch dat de revolutie als zodanig een grondwet opleverde die ten eerste in het algemeen veel democratischer was, en ten tweede specifiek de macht van de koning sterk inperkte. De Belgische grondwettelijke monarchie die uit een revolutie werd geboren, hield de ‘erfenis’ van Willem I dus niet intact: de grondwettelijke omschrijving van het koningschap was integendeel een voor die tijd ultraliberaal en modern antwoord op het ‘systeem-Willem I’.

Downloads

Download data is not yet available.

Downloads

Published

2015-12-11

Issue

Section

Forum

How to Cite

Deneckere, G. (2015). Continuity and Discontinuity of the Constitutional Monarchy from a Transnational Perspective: The Netherlands-Belgium (1815-1831). BMGN - Low Countries Historical Review, 130(4), 121-131. https://doi.org/10.18352/bmgn-lchr.10149