Keuze van de redactie 1970-2020
Ter ere van het jubileum van de BMGN – Low Countries Historical Review lanceren wij deze Speciale Collectie. Deze Collectie is samengesteld door de redacties die de afgelopen vijftig jaar verantwoordelijk waren voor de inhoud van de BMGN. De voormalige redacties zijn gevraagd twee gemotiveerde keuzes te maken uit de artikelen, fora, discussiedossiers of themanummers die tijdens hun periode als redactielid van BMGN zijn gepubliceerd.
We presenteren deze selectie in afleveringen en niet als een chronologische serie. Elke paar weken vindt u hier een nieuwe keuze uit de BMGN van de afgelopen vijftig jaar. Elke aflevering beslaat een persoonlijke en dus subjectieve keuze van enkele oud-redactieleden, die de lezer van toen en nu hopelijk informeert, amuseert en, wie weet, inspireert.
Keuze van de redactie 2009-2015
Looking back on the issues stemming from the period 2009-2015, I am reminded of how important a period it was for the journal, most notably the decision we made as an editorial board to publish in Open Access. It was a crucial move for the journal’s relevance and visibility. The sense that we were seeing more English-language contributions was a periodic point of discussion. Although the ‘Redactioneel’ became bi-lingual, I do not see clear evidence that the number of English-language articles increased much in this period.Seen from this logic, the best issues were the ones that were the wide-ranging, being able to stimulate different groups of historians at different levels, preferably with a good balance across the Dutch-Belgian divide and across time periods – often challenging aims. I will name two issues that stick out for me because they offered a fairly wide range of stimulating articles and themes – my most important criterion for a successful issue.
The other example that I will give is BMGN – LCHR 129:1 (2014) which, more than the first example, is a potpourri of historical scholarship. The first couple of articles focus broadly on the history of science: how to read Johann Weyer’s influential On devilish delusions (Vera Hoorens) and crucial changes to Dutch university administration in the 1970s and 1980s on the basis of astronomy discipline (David Baneke). This was followed by review articles by Mineke Bosch and Piet de Rooy on the noteworthy publication of 1001 Vrouwen uit de Nederlandse Geschiedenis and research into sexual abuse in the Catholic Church. This issue also contained a peppered discussion of Maarten Prak’s and Jan Luiten van Zanden’s book on The Netherlands and the Polder Model, and concluded with a forum on the Rijksmuseum as a historical museum, culminating in a response by Martine Gosselink, then head of the museum’s history department.
James Kennedy
Keuze van de redactie 2005-2011
Het forum ‘Geschiedenis - Herinnering - Identiteit. De historici en het Nationaal Historisch Museum’ (BMGN – Low Countries Historical Review 124:3, 2009)
Neem het artikel ‘Oorlog en vrede. De slag om het Nationaal Historisch Museum’ van de militair historicus Petra Groen, waarin zij de dubbelzinnige houding van Nederlanders tegenover het militaire verleden en het veranderende perspectief op de dekolonisatieoorlog in Indonesië bespreekt – de term ‘politionele acties’ was intussen passé. Ze eindigt haar stuk met de opmerking dat de term ‘oorlogsmisdaden’ voor het optreden van Nederlandse militairen in Indonesië nog omstreden was, evenals het ‘structurele’ karakter van het excessieve geweld. Het recente nummer BMGN 135:2 (2020) over extreem geweld tijdens dekolonisatieoorlogen sluit hier naadloos bij aan. Dat dossier gaat immers precies over het structurele karakter van het excessieve geweld, maar dan in een breder perspectief: het geweld in de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog – en het rookgordijn dat de politiek eromheen optrok – wordt vergeleken met het geweld in de oorlogen tijdens het dekolonisatieproces in Franse en Britse koloniën. De nationale geschiedenis wordt zo opgenomen in een globaal-historisch kader.
Aan de andere kant illustreert het forum uit 2009 ook (onbedoeld) hoe sterk de discussie over het ‘nationale’ verleden in de afgelopen tien jaar is veranderd: in de thematische opzet van het Nationaal Historisch Museum, en het debat daarover, vormden slavernij en (institutioneel) racisme nog geen vraagstuk. Dat is nu ondenkbaar geworden.
Het artikel van Bram Mellink, ‘Tweedracht maakt macht. De PvdA, de doorbraak en de ontluikende polarisatiestrategie (1946-1966)’ (BMGN – Low Countries Historical Review 126:2, 2011)
Zo rigide is het geschiedbeeld intussen gelukkig niet meer. De monumenten voor de jaren zestig zijn ook aan enige erosie onderhevig. Maar oude vormen en gedachten sterven niet gemakkelijk af. Het idee van een grote breuk in de Nederlandse politiek tussen de jaren vijftig en zestig leidt nog een hardnekkig leven.
Bram Mellinks artikel biedt een nuttig tegengif – en daarvan is nu eenmaal meer dan één dosis nodig. Mellink heeft niet een willekeurig tegenvoorbeeld gekozen maar één van de kernelementen in de traditionele visie bij de kop gepakt: de gedachte dat de PvdA pas vanaf het midden van de jaren zestig doelgericht erop aanstuurde om het gevestigde politieke systeem te ondermijnen door tegenstellingen niet meer te accommoderen maar juist op de spits te drijven. Dankzij een bevlogen stel jonge socialisten zou de partij ten slotte een strategie van ‘polarisatie’ hebben omhelst, die ten langen leste een eind zou maken aan de dominantie van de confessionelen. Zo is het niet helemaal gegaan, laat Mellink in zijn prettig provocerende stuk zien. Met een batterij aan bewijsmateriaal toont hij aan dat de polarisatiestrategie geen uitvinding was van de ‘vernieuwers’ van de jaren zestig, maar al in de jaren vijftig werd geconcipieerd in de top van de PvdA, toen de boomers nog kinderen waren. Tweedracht in de politiek werd in de partij al vóór de jaren zestig als een deugd gezien. De oude garde was de ware voorhoede in de vernieuwing.
Karel Davids
Keuze van de redactie 2001-2008
Klaas van Berkel
Keuze van de redactie 1998-2003
Guido de Bruin, ‘Het politiek bestel van de Republiek: een anomalie in het vroegmodern Europa?’(BMGN 114-1, 1999)
Jos de Beus, ‘God dekoloniseert niet. Een kritiek op de Nederlandse geschiedschrijving over de neergang van Nederlands-Indie? en Nederlands Suriname’ (BMGN 116-3, 2001)
Tijdens de verzuilde periode werd in Nederland met meer of minder moeite erkend dat er uiteenlopende – en zelfs onderling strijdige – visies op het vaderlands verleden bestonden. Met de ontzuiling ontstond ruimte voor een nieuwe geschiedenispolitiek die vorm kreeg in het openslaan van ‘zwarte bladzijden’, inclusief pleidooien voor excuses, herstelbetalingen en het verwijderen van standbeelden. Aan de hand van een analyse van de veranderende verhoudingen tussen Nederland en de koloniën in Oost en West heeft Jos de Beus in een rijk betoog de voor- en nadelen van dit proces geschetst. Zijn artikel wekte nogal wat weerstand op in historische kring, al kan achteraf slechts worden geconstateerd dat zijn analyse steeds relevanter werd naarmate de tijd verstreek.Piet de Rooy
Keuze van de redactie 1988-1993
Het thema ‘Natievorming’ dat in BMGN 104:4 (1989) centraal stond, zou wellicht verwant kunnen worden geacht aan de tegenwoordige discussie over migratie en integratie, ware het niet dat de bijdragen betrekking hadden op een relatief beperkt ‘politiek’ aspect van ‘natievorming’, namelijk de Franse en Bataafse revoluties, en dus met enige teleurstelling bij de lezer zouden kunnen worden onthaald. Iets soortgelijks geldt voor de discussie in BMGN 106:3 (1991) rond Dutch Primacy in World Trade, 1585-1740, het werkelijk briljante boek van Jonathan Israel. Hoewel bij mij spontaan de gedachte opkomt dat een heftige opstoot van ‘primacy’-gevoelens zoiets als Brexit heeft veroorzaakt, vrees ik dat de op zichzelf zeer belangrijke inhoud van de bijdragen van Jan Luiten van Zanden, Leo Noordegraaf en Israel – waarin de grote Fernand Braudel toch min of meer naar de uitgang wordt geleid – niet beantwoorden aan wat vandaag de dag de idee van ‘primacy’ losmaakt.
Zouden de bijdragen uit het themanummer ‘Nederlandse ondernemers over de grenzen’ (BMGN 108:4, 1993), tevens het onderwerp van het NHG Najaarscongres van 1992, dan wel het hedendaagse maatschappelijk debat kunnen dienen? Grondstoffenwinning en de plantage-economie zijn immers ook vandaag de dag belangrijke fenomenen in het maatschappelijk debat. Het verschijnsel van globalisering en studies over de effecten daarvan op de Nederlandse economie en de landen waarin geïnvesteerd werd – kritische ideeën die bij historici al vanaf 1975 leefden – ontbreken in het neoliberale 1993 en in dit nummer echter bijna helemaal. Daarom lijkt ook dit nummer mij geen goede keuze.
Paul Klep, Radboud Universiteit
Lees ook:Discussieforum ‘Waterstaat in stedenland’, BMGN – Low Countries Historical Review 123:1 (2008), met bijdragen van Petra van Dam, Milja van Tielhof, Tim Soens, Maarten Prak en William H. TeBrake.
Charles Jeurgens, ‘The Scent of the Digital Archive: Dilemmas with Archive Digitisation’, BMGN – Low Countries Historical Review 128:4 (2013).
Keuze van de redactie 1983-1988
In het algemeen valt ons op dat veel losse artikelen uit de periode 1983-1988 misschien minder geschikt zijn om deel uit te maken van deze Speciale Collectie ter ere van het jubileum van BMGN. De uitstekende artikelen hebben immers vaak hun weg naar meer omvattende publicaties gevonden. Dit spoort ook met een van de functies van een tijdschrift zoals BMGN, namelijk verslag doen van tussentijdse resultaten van lopend onderzoek. En de wat minder geslaagde of baanbrekende artikelen wil je eigenlijk niet opnieuw veel aandacht geven. Daarom viel ons oog op de discussiedossiers en de themanummers, deze laatste waren vaak gebaseerd op bijdragen aan congressen.
Het discussiedossier hebben wij in 1985 geïntroduceerd, zie hiervoor ook de redactionele inleiding in aflevering 1 van deel 100. Wij denken dat het eerste discussiedossier in zijn soort over verzuiling en met bijdragen van Hans Daalder, Piet de Rooy en Siep Stuurman meteen het meest geslaagde is uit onze periode. Dat is dus onze eerste keuze. Van de themanummers uit dit tijdvak is het themanummer uit 1984 over Willem van Oranje onze tweede keuze.
Discussiedossier over het proefschrift van Siep Stuurman, Verzuiling, Kapitalisme en Patriarchaat (BMGN 100-1, 1985).
In 1985 was de redactie van de BMGN van mening dat de historische wereld wat meer discussie op niveau over grote vraagstukken kon gebruiken en dat zo’n discussie interessanter en overzichtelijker zou zijn als deze niet over verschillende afleveringen verdeeld zou worden, maar als de bijdragen juist in één dossier bij elkaar werden gebracht. Deze werkwijze vereiste dat de discussie over een belangrijke publicatie ook werd uitgelokt door er meer dan één uitvoerig recensieartikel over te laten schrijven en de auteur van die publicatie vervolgens gelegenheid tot uitvoerig antwoord te bieden.Voor het eerste dossier werd gekozen voor de dissertatie van de historiserende politicoloog Siep Stuurman, die een stoutmoedig boek had geschreven over een aantal centrale kenmerken van de moderne Nederlandse samenleving, mooi samengebald in de titel Verzuiling, Kapitalisme en Patriarchaat. Je zou het ook als de verwoording van ‘het kwaad’ in die moderne samenleving kunnen zien, want Stuurman liet er geen misverstand over bestaan dat hij deze kenmerken afkeurde.
Nu was de ontwikkeling van die Nederlandse samenleving ook in historische kring hard aan nieuwe doordenking toe. Daar werd op meer dan één plaats ook aan gewerkt. Nadat de sociale wetenschappen in de jaren vijftig een begin hadden gemaakt, was met name verzuiling ook het voorwerp geworden van nieuw en lopend historisch onderzoek.
Zo werd dit dossier een belangrijke bijdrage aan onder meer het ‘verzuilingsdebat’, dat in die jaren ook internationaal levendig werd gevoerd en rond de eeuwwisseling min of meer afgesloten met de conclusie dat verzuiling een geslaagde metafoor was en ook zou kunnen blijven, maar geen geschikt wetenschappelijk concept was om samenlevingen te analyseren. Daarvoor zou moeten gekeken naar de onderliggende en met elkaar verstrengelde ontwikkelingen op het gebied van staat en natie, godsdienst en kerk en economie en sociale stratificatie. Dit discussiedossier bleek meteen ook een zelden geëvenaard voorbeeld voor de volgende dossiers. In de praktijk bleken niet alle later uitgenodigde discussianten tot een dergelijke open en evenwichtige gedachtewisseling in staat; sommigen verloren het evenwicht uit het oog en vlogen in de formulering uit de bocht.
Themanummer over Willem van Oranje (BMGN 99-4, 1984).
Oranje was zoals bekend een, zo niet dé, sleutelfiguur in de Nederlandse Opstand, en dus ook in het ontstaan en de latere ontwikkelingen van de afzonderlijke, verwante en toch zo verschillende staten, die later België en Nederland zouden worden. Dat congres kwam op een goed moment, en niet alleen voor de herdenking van Oranje. Over hem was immers al geruime tijd niet veel nieuws gepubliceerd, al liep er wel allerlei interessant onderzoek.
De snelle publicatie van het themanummer zorgde ervoor dat de auteurs, die elkaars teksten vooraf niet hadden gelezen, uiteenlopende visies naar voren brachten die onderling niet altijd sterk communiceerden. Het nam de betekenis van het themanummer als opmaat naar een nieuwe historiografie echter niet weg. Het is interessant op te merken dat er vandaag de dag opnieuw een fase in een nationale ‘recuperatie’ van de ‘Vader des Vaderlands’ lijkt aangebroken, reden temeer het themanummer uit 1984 nog eens in herinnering te roepen.
Hans Blom, Herman Van der Wee en Wim Blockmans
Lees ook:Jonas van Tol, ‘William of Orange in France and the Transnationality of the Sixteenth-Century Wars of Religion’, BMGN – Low Countries Historical Review 134:4 (2019)